camera Vijf, tien jaar geleden had je een verticaal businessmodel: de adverteerder stond boven respectievelijk bureau, productiemaatschappij, postproductie, fotografie, geluid en crew. Nu shopt iedereen bij iedereen. Niets is meer eenduidig in de zoektocht naar nieuwe verdienmodellen. Spannend: we zitten midden in een crisis, en er zijn meer kansen dan ooit tevoren. Ook voor adverteerders. Ze kijken in de VCP-agenda en contacteren rechtstreeks een postproductiebedrijf of onafhankelijk regisseur. Prima, soms ga je ook naar de hakkenbar in plaats van naar een dure schoenmaker. Maar voor de complexere producties komen wij in beeld.’ Isaacs: ‘Als de reclame-industrie niet wil inzien dat tussen een productiebudget van 100 duizend en 50 duizend euro het verschil niet alleen geld maar ook duidelijk kwaliteit is, moet ze ook de consequenties aanvaarden. Voor een AAA-regisseur betaal je x, voor een A-regisseur y en het resultaat is ook x en y, zo simpel is het.’ MEERWAARDE Budgetten vliegen per productie naar beneden, maar over het geheel is de markt zo uitgebreid dat dat de totale omzet per saldo gelijk blijft. ‘Het internet biedt podia voor veel nieuwe producties, ook op mobile devices’, zegt Vereecken. ‘Zelfs de bakker op de hoek schittert er met een filmpje. Met een iPhone en computer kan iedereen filmen en monteren. Maar ook voor A-merken waarmee veel geld gemoeid is, wordt genoeg bedrijfscontent gemaakt dat alleen online circuleert.’ Productiehuizen willen graag exclusiviteit, omdat ze investeren in regietalent. Comrad (voorheen CCCP.com) fungeert voor Czar als kweekvijver, Caviar Amsterdam heeft L-A-D-A. Vereecken: ‘Beginnende talenten kunnen zo experimenteren. Wij stimuleren ze en bieden een podium en playground. Caviar heeft bureaus in Londen, Parijs en binnenkort New York, waarmee geregeld uitwisseling van talent is. En van plaatselijke kennis, bijvoorbeeld op het gebied van locaties en verzekeringen. Dat is de meerwaarde van een productiemaatschappij.’ Rogier van der Ploeg, al 22 jaar regisseur en partner van Czar, met kantoren in Amsterdam, Brussel, Parijs, Hamburg en Berlijn, vindt het goed dat de markt in beweging is. ‘Sommige dingen mogen best opgeschud worden. Maar een productiebedrijf met een enorm netwerk van crewleden en andere specialisten levert door jarenlange ervaring kwaliteit. Niet al het oude is zomaar slecht. Het heeft zijn nut bewezen. Vaak willen mensen het helemaal anders en komen daar al snel op terug. Dat zie je op allerlei vlakken. Ik noem de politiek. “Ik ben door iedereen in te huren” las ik laatst in een werfmailtje van een freelance regisseur. Tja, daar krijg ik vreemde associaties bij. Ik vermoed dat vooral de mindere goden gaan freelancen. Czar is groot geworden in de wereld van de videoclips. Creativiteit staat bij ons voorop. Sommigen beweren dat producers “de nieuwe regisseurs” zijn. In een tijd waarin alles voor minder moet, denkt men algauw: Ik contracteer zelf wel wat mensen via Randstad. En de creatief meent soms dat hij het zelf kan. Vermoeiend. Een bureau let vooral op het in stand houden van de klantrelatie. Je hebt een onafhankelijk verhalenverteller nodig die de visuele link met het publiek weet te maken. Wij zijn een soort cowboys.’ COMMERCIALREGIE TOP 5 Deze commercialregie top-5 is geheel subjectief, tijdsgebonden en in willekeurige volgorde – namens Jelani Isaacs. A. Humor 1. Matthijs van Heijningen jr. 2. Bart Timmer 3. Jeroen Annokkee 4. Sven Super 5. Hein Mevissen B. Reality/ slice of life 1. Erik van Lieshout 2. Wouter Stoter 3. Daan Hocks 4. Bram van Alphen 5. Rogier Hesp C Esthetica/visueel sterk 1. René Eller 2. Michael Sewandono 3. Thed Lenssen 4. Joeri Holsheimer 5. Paul Geusebroek D. Eclectisch/ hors catégorie 1. Yani 2. Arne Toonen 3. Johan Kramer 4. Jeroen Mol 5. Werner Damen ADFORMATIE BEKRONINGENBIJLAGE 2012 21 Pagina 20

Pagina 22

Heeft u een whitepaper, onlinemag of online studiegidsen? Gebruik Online Touch: onderwijs magazine van papier naar online converteren.

Adformatie bekroningenbijlage 2012 Lees publicatie 1Home


You need flash player to view this online publication