‘Dit is de tijd van de projecten’, zegt ‘independent cowboy’ Johan Kramer. De filmen commercialregisseur belt vanuit Old TrafFord, het stadion van Manchester United waar hij draait voor een buitenlands bureau. Onlangs richtte hij The Very Small Office of Johan Kramer op dat ‘idee & regie’ verzorgt voor ‘brands & friends’. Soms werkt hij nog met 328 stories, het productiehuis dat hem vertegenwoordigde. Kramer wordt geen concurrent van andere bureaus of productiehuizen, benadrukt hij. ‘Ik wil proberen te groeien maar ik blijf klein. Met slechts een agent en een algemeen assistent. Ik kreeg naast commercials gaandeweg meer opdrachten voor langere en korte films en onlineprojecten. En steeds vaker mocht ik, vanuit mijn achtergrond als copywriter en creative director, me ook met het concept en het script bemoeien. Onlangs vroeg een Japans reclamebureau me curator te zijn voor een campagne van Uniqlo Tokyo, beginnend met een tentoonstelling. Het wordt een serie van tien filmpjes over verbroedering, waarvoor ik de verhalen verzin, negen medefilmmakers zoek en een expositie samenstel. De filmpjes komen online, in de winkels op grote schermen en in een galerie in Shibuya.’ De vrijheid om met meer verschillende mensen en partijen samen te werken, bevalt Kramer. Zo zoekt hij voor een nieuw project via Facebook en op www.zonderjougeenfilm.nl andere zelfstandige ondernemers zonder personeel: van cameraman tot copywriter, van financial controller tot decorbouwer, van gaffer tot filmster. Uit meer dan 720 mensen kan Kramer cast en crew gaan selecteren. ‘Je moet jezelf blijven ontwikkelen, je niet blindstaren op commercials. Ook andere dingen aanpakken: curatorschap, campagneontwikkeling, videoclips, shorts. Het aantal traditionele commercials neemt af, want er is minder geld. Dat hoeft niet te betekenen dat de creativiteit in het geding 22 ADFORMATIE BEKRONINGENBIJLAGE 2012 ‘IEDEREEN SHOPT BIJ IEDEREEN’ JACQUES VEREECKEN komt. Met minder geld kun je vaak meer doen.’ FLEXIBILITEIT Liepen campagnes voorheen soms tien jaar, bouwen aan een merk gebeurt nu, vanwege een verwend publiek, op een andere manier. ‘Een merk moet zich steeds op een nieuwe manier presenteren. En dan moet je meer maken voor minder’, vertelt Kramer. ‘Er zijn talloze uitingsvormen. Voor een bank maakte ik in opdracht van het Duitse bureau Heimat commercials van verschillende lengte. Waaronder documentaires van 10 minuten. Die zijn inhoudelijk veel interessanter. De tijd waarin we nu leven, vraagt om meer flexibiliteit. Ik vind dat echt geweldig. Er kan door de voortschrijdende technologie zoveel meer. Je kunt sneller en makkelijker films maken en die na een uur online zetten waarna ze door 3 miljoen mensen in een dag bekeken kunnen worden. Voorheen kostte het een maand om iets bij een miljoen mensen te laten indalen. Er zijn in het buitenland nog veel traditioneel werkende bedrijven, net als hier. Maar een grote groep gaat kortstondige collaboraties aan. De nieuwe generatie beeldmakers is meer ingesteld op samenwerken op projectbasis. Vroeger dacht men in aparte disciplines. Die zijn naar elkaar toegegroeid en overlappen elkaar. Redenen voor deze nieuwe samenwerkingsverbanden verschillen. Grote adverteerders vinden het makkelijk om alle creativiteit in te kopen die je nodig hebt, terwijl kleinere het om budgettaire redenen doen.’ ANGST Wim Ubachs verkondigde vorig jaar in Adformatie: Het bureau van de toekomst is de adverteerder. Die heeft qua account en strategie al genoeg in huis en houdt er een netwerk van communicatiespecialisten op na. ‘In die zin zijn we terug bij de oorsprong. Lintas begon als intern bureau van Unilever’, zegt Vereecken. ‘En een creatief bij Wieden+Kennedy werkt ook 50 uur per week voor Nike. Maar uiteindelijk zijn regisseurs en producers ambachtsmensen. Een immense postproductie doe je er niet even bij.’ Voor 70, 75 procent is het oude businessmodel nog steeds van kracht, is de mening van Van der Ploeg. ‘Een echte revolutie ontstaat pas als we zouden gaan werken naar het Duitse model. In Duitsland zegt een klant tegen een bureau: “Bedenken jullie de campagne? Wij huren de productiemaatschappij in” .’ Vereecken beaamt dit: ‘De marketingman belt dan direct de productiemaatschappij: Ik wil twaalf roze olifanten. Zegt de producer: Kan, maar maak er dan zes van en wel uit de VS. Op die manier wordt zo vroeg mogelijk een reality check op het creatieve concept gedaan. Dat is het halve werk.’ De VCP heeft een herenakkoord met crewleden om ‘Russische praktijken’ te vermijden van draaidagen van 20 uur. Toch is dat soms noodzakelijk. Money rules. ‘Angst speelt een grote rol’, zegt Vereecken. ‘Iedereen is bang klanten kwijt te raken. Een Paul Meijer die ’s avonds bij de klant langsging om hem ervan te overtuigen dat het net anders moest, gebeurt dat nu nog? Ik betwijfel het. De stem van de adverteerder wint aan importantie. Je kunt je afvragen of dat goed is voor het werk. Wie de adverteerder laat kiezen geeft veel touwtjes uit handen. En wil de klant wel louter jaknikkers?’ Pagina 21

Pagina 23

Scoor meer met een web winkel in uw magazines. Velen gingen u voor en publiceerden folders online.

Adformatie bekroningenbijlage 2012 Lees publicatie 1Home


You need flash player to view this online publication